Het belemmeringsverbod voor uitzendkrachten: bescherming bij indiensttreding na terbeschikkingstelling

13 oktober 2024
Foto van Arslan Advocaten

Arslan Advocaten

Snel hulp nodig?

Kies een vestiging

Het belemmeringsverbod voor uitzendkrachten: bescherming bij indiensttreding na terbeschikkingstelling

Het belemmeringsverbod is een belangrijk onderdeel van de Wet allocatie arbeidskrachten door intermediairs (Waadi), dat uitzendkrachten beschermt bij het aangaan van een arbeidsovereenkomst met de inlener na afloop van hun uitzending. Volgens artikel 9a Waadi mag een uitzendbureau geen belemmeringen opwerpen voor de totstandkoming van een arbeidsovereenkomst tussen de uitzendkracht en de inlener. Dit artikel legt uit wat het belemmeringsverbod precies inhoudt, welke uitzonderingen er zijn en hoe het in de praktijk werkt.

Wat houdt het belemmeringsverbod in?

Het belemmeringsverbod is bedoeld om de positie van uitzendkrachten te versterken, zodat zij na hun terbeschikkingstelling eenvoudig in dienst kunnen treden bij de inlener. Wanneer de terbeschikkingstelling (de uitzending) eindigt, moet de uitzendkracht vrij zijn om een arbeidsovereenkomst aan te gaan met de inlener zonder dat het uitzendbureau hier beperkingen aan oplegt.

Dit betekent dat een uitzendkracht niet gebonden mag worden aan een concurrentie- of relatiebeding dat voorkomt dat hij of zij direct in dienst kan treden bij de inlener. Elk beding dat een dergelijk obstakel vormt, wordt op grond van artikel 9a Waadi als nietig beschouwd.

Achtergrond en doel van het belemmeringsverbod

De Waadi is bedoeld om de positie van uitzendkrachten te beschermen en te waarborgen dat zij onder vergelijkbare voorwaarden werken als werknemers die rechtstreeks bij de inlener in dienst zijn. Naast het belemmeringsverbod stelt de Waadi onder andere dat uitzendkrachten recht hebben op dezelfde arbeidsvoorwaarden als vaste werknemers van de inlener. Het belemmeringsverbod is specifiek gericht op het faciliteren van de overgang van uitzendwerk naar een vaste baan bij de inlener.

Het Europese kader: de Uitzendrichtlijn

Het belemmeringsverbod uit de Waadi is grotendeels gebaseerd op de Europese Uitzendrichtlijn, die is ontworpen om uitzendkrachten in alle EU-lidstaten te beschermen. De Uitzendrichtlijn legt lidstaten op om maatregelen te nemen die ervoor zorgen dat elke belemmering voor het sluiten van een arbeidsovereenkomst tussen de uitzendkracht en de inlener nietig kan worden verklaard. Het doel van de richtlijn is om de toegang van uitzendkrachten tot vaste arbeidsovereenkomsten te bevorderen.

Toepassing van het belemmeringsverbod: wie wordt beschermd?

Het belemmeringsverbod geldt voor uitzendkrachten, maar het begrip “werknemer” in de Uitzendrichtlijn is breder dan de Nederlandse definitie. Volgens het Hof van Justitie van de EU (HvJ EU) kan ook een zelfstandige onder het belemmeringsverbod vallen, zolang er sprake is van een arbeidsverhouding waarbij de arbeidskracht onder leiding van de inlener werkt en in ruil daarvoor een beloning ontvangt. Dit betekent dat het belemmeringsverbod niet alleen geldt voor werknemers met een arbeidsovereenkomst, maar ook voor zzp’ers die via een uitzendconstructie werken.

Wat zijn de grenzen van het belemmeringsverbod?

Hoewel het belemmeringsverbod veel bescherming biedt, zijn er enkele uitzonderingen:

  • Redelijke vergoeding voor werving en opleiding: Het uitzendbureau mag in bepaalde gevallen een vergoeding vragen van de inlener als deze een uitzendkracht in dienst wil nemen. Deze vergoeding moet echter redelijk zijn en mag alleen betrekking hebben op de daadwerkelijk gemaakte kosten voor werving en opleiding. Standaard boetebedingen zijn niet toegestaan.

  • Duur van de uitzending: Hoe langer de uitzendkracht voor de inlener heeft gewerkt, hoe minder rechtvaardig het is voor het uitzendbureau om een vergoeding te vragen. Na een lange periode van terbeschikkingstelling wordt aangenomen dat het uitzendbureau zijn kosten al heeft terugverdiend.

Wat is toegestaan onder het belemmeringsverbod?

Hoewel belemmeringen die de uitzendkracht verhinderen om een arbeidsovereenkomst met de inlener aan te gaan niet zijn toegestaan, kunnen uitzendbureaus onder bepaalde omstandigheden toch een vergoeding vragen. Deze vergoeding moet redelijk zijn en betrekking hebben op de kosten die het uitzendbureau heeft gemaakt voor de werving, terbeschikkingstelling of opleiding van de uitzendkracht.

Het is echter belangrijk dat het bedrag in verhouding staat tot de geleverde diensten. Het uitzendbureau mag bijvoorbeeld een vergoeding vragen voor wervingskosten, maar niet voor de verloren winst die zij misloopt doordat de uitzendkracht overstapt naar de inlener.

Wat gebeurt er als het belemmeringsverbod wordt overtreden?

Als een uitzendbureau het belemmeringsverbod overtreedt door bijvoorbeeld een concurrentiebeding op te leggen aan de uitzendkracht, is dit beding nietig. De uitzendkracht kan in dat geval alsnog zonder belemmeringen in dienst treden bij de inlener. Het is belangrijk dat zowel uitzendbureaus als inleners op de hoogte zijn van deze regels om onnodige conflicten te voorkomen.

Conclusie

Het belemmeringsverbod uit de Waadi is een cruciaal instrument om ervoor te zorgen dat uitzendkrachten de vrijheid hebben om een arbeidsovereenkomst aan te gaan met de inlener na afloop van hun uitzending. Dit verbod zorgt ervoor dat uitzendbureaus geen belemmeringen kunnen opwerpen, zoals een concurrentiebeding, dat voorkomt dat de uitzendkracht in dienst treedt bij de inlener. Hoewel er enkele uitzonderingen zijn, zoals redelijke vergoedingen voor werving en opleiding, is de algemene regel dat de overgang naar een vaste arbeidsovereenkomst zo soepel mogelijk moet verlopen.

Heeft u vragen over het belemmeringsverbod of twijfelt u of uw uitzendovereenkomst in overeenstemming is met de wet? Neem dan contact op met de arbeidsrechtadvocaten van Arslan Advocaten voor deskundig advies en begeleiding.

Deel dit bericht

Facebook
Twitter
LinkedIn

Categorieën

Arbeidsrecht

Recente Berichten

Populaire Tags

Advocatenkantoor

Snel hulp nodig?

Kies een vestiging